De taal van ons hart
De taal van ons hart Zonder denken Zweef ik tot immense hoogtes, Tussen de wolken en de zon. Als een vrolijk kind dans ik, Met alle vogels om mij heen, Schaterend als een zang. Niet altijd begrepen Door anderen om mij heen, Maar wij, voor ons twee, Delen een geheime taal, Die van ons immense hart, In liefde samengekomen. Maar heel soms, Als ik met een donder val, Met beide benen op de grond, En de stilte zich laat zien, Zoek ik met angst de vreugde, De oneindige vreugde, Waarmee ons hart ons verwarmt. En als ik radeloos wil vluchten, Kan ik geen stap meer doen. Zijn het mijn benen Die verdwijnen, Diep in de grond. En als paniek wil komen Met een blind geraas, Is het zachtjes een stem Die jij laat horen. Als ik door de tranen Weer kan kijken, Is het niet het verdwijnen Van ons hart. Vorm ik diep in de aarde Een boom die tot de hemel reikt. Een wereld vormt ons bestaan, Een eindeloos leven, Wat zijn verborgen waarde Ons laat zien. Rijker zijn wij geworden, Omdat we nu weten: De eindel